[object Object]

Projecten

Kom alles te weten over de afgeronde en lopende projecten binnen Aviodrome.

Restauratie van de Fokker S.IV

In de werkplaatsen van Aviodrome in Lelystad wordt momenteel met toewijding en vakmanschap gewerkt aan de restauratie van een uniek stuk Nederlands luchtvaarterfgoed: de Fokker S.IV met registratienummer 108. Dit project, dat al geruime tijd in voorbereiding is, markeert niet alleen een technisch uitdagende onderneming, maar ook een eerbetoon aan een belangrijk hoofdstuk in de Nederlandse luchtvaartgeschiedenis.

Een vliegtuig met een verhaal

De Fokker S.IV was een tweedekker-opleidingsvliegtuig dat in de jaren 1920 werd ingezet door de Luchtvaartafdeling van de Koninklijke Landmacht (LVA). Dit exemplaar, nummer 108, werd in 1925 geleverd als tiende toestel van een serie van 31. Deze zogeheten "Viertjes" vielen op door hun karakteristieke lichtblauwe beplating, officieel aangeduid als "LVA-blauw" en hun unieke registratienummers, variërend van 99 tot en met 128.

Dankzij speurwerk in zowel de archieven van het Aviodrome als die van het Ministerie van Defensie is het team erin geslaagd om een groot deel van de levensloop van toestel 108 te reconstrueren. Dit werd mede mogelijk gemaakt door het terugvinden van maandrapporten van de technische dienst van de LVA, waarin onder meer de originele Armstrong Siddeley Mongoose-motor met serienummer 5011 wordt vermeld, dezelfde motor die vandaag de dag nog altijd aanwezig is op het toestel.

Oorlogsjaren en overleven

De geschiedenis van de S.IV-108 is niet zonder drama. In september 1937 raakte het toestel ernstig beschadigd bij een botsing met een Fokker C.V op vliegveld Eindhoven. Het werd daarop overgebracht naar Soesterberg voor herstel. Tijdens de Duitse inval op 10 mei 1940 bevond het vliegtuig zich bij Fokker in Amsterdam-Noord voor onderhoud. Omdat het toestel voor de bezetter geen strategische waarde had, werd het niet in gebruik genomen, maar uiteindelijk overgedragen aan professor Van der Maas van de Technische Hogeschool Delft. Daar diende het jarenlang als studieobject voor luchtvaartstudenten.

Pas in 1960 werd de S.IV overgebracht naar het toenmalige luchtvaartmuseum Aeroplanorama op Schiphol-Oost, waarna het in 1971 een plek kreeg in het Aviodome op Schiphol-Centrum. In de daaropvolgende decennia bleef het toestel onderdeel van de collectie, hoewel het in sterk vervallen toestand verkeerde.

Een complex restauratieproces

Toen het toestel in de jaren tachtig opnieuw werd geïnventariseerd, bleek er weinig over van het oorspronkelijke vliegtuig: alleen een gestripte buizenconstructie, een vervormd onderstel, een redelijk complete motor en enkele beschadigde stoelen. Vleugels, roeren, instrumenten en tekeningen ontbraken volledig. Een rapport uit 1982 schetst een ronduit schrale uitgangssituatie voor restauratie.

De restauratie die nu gaande is, wordt daarom gekenmerkt door intensief onderzoek en reconstructiewerk. Originele technische gegevens zoals tekeningen of prestatieberekeningen zijn niet beschikbaar. Gelukkig vonden medewerkers in het archief materiaal uit de eerste restauratiepogingen in 1982, inclusief een lijst van cockpitinstrumenten. Op basis hiervan wordt het vliegtuig heringericht, met twee instrumenten per cockpit, één set voor de leerling, één voor de instructeur.

Restauratie met een educatief doel

Een bijzonder aspect van de huidige restauratie is de keuze om het toestel slechts gedeeltelijk te herstellen naar zijn originele uiterlijk. Eén zijde van het vliegtuig zal bewust open blijven, zodat bezoekers straks een uniek inkijkje krijgen in de constructie van het stalen buizenframe en de technische opbouw van de S.IV.

Op weg naar de toekomst

Hoewel het daadwerkelijke werk aan het toestel pas recent is gestart, ging daar een lange periode van voorbereidingen, archiefonderzoek en documentatie aan vooraf. De restauratie is een delicaat proces dat veel geduld, vakkennis en historisch besef vereist. Toch is het einddoel helder: het terugbrengen van de S.IV in een staat waarin het toestel niet alleen haar eigen geschiedenis vertelt, maar ook de verhalen van de mensen die ermee werkten, vlogen en lesgaven.